Kijkvorm 1

Geluid: Het geluid bestaat uit 15 over elkaar opgenomen lagen van getrommelde ritmes die in tempo oplopen. De toonhoogte van elk ritme loopt op door het trommelvel met de hand af te spannen. Uitvoering: Ik sta rechtop in een donkere ruimte met op mijn hoofd een armatuur met twee halogeenspots die worden gevoed door een accu die ik bij me draag. Als de geluidband start knip ik het licht aan; de bundels lopen evenwijdig aan mijn kijkrichting. Mijn hoofd is ten opzichte van mijn voeten 180 graden gedraaid. De lichtvlek is récht achter hem op een wand van de ruimte te zien, en trilt door de fysieke spanning van die houding. Het geluid start met de som van alle trommelritmes. In een tijdsspanne van vier minuten verdraait hij zijn lichaam zó, dat de lichtvlek op ooghoogte de ruimte aftast. Als deze recht voor hem is, is zijn houding ontspannen. Het geluid is dan afgebouwd tot een enkelvoudige slag. Vanaf hier gaat de beweging door en bouwt het geluid zich weer op, tot na vier minuten zijn lichaam weer op dezelfde wijze getordeerd is met de lichtvlek recht achter hem op de wand. Als het geluid op het hoogtepunt stopt, knipt hij het licht weer uit.

11721

Toine Horvers (kunstenaar), Corné Evers (geluidstechnicus), Erik van der Boorn (geluidstechnicus)

1979