Muts gedragen te Tilburg e.o.

3 fijn geplooide voorstroken, dakpansgewijze boven elkaar genaaid, van wit neteldoek. Onderste strook verstevigd met laiton. Schildje van hetzelfde materiaal 3 cm. breed. Daarover een rondom in lussen gelegde band van neteldoek, aan de randen afgezet met een smal kantje. Middenonder de bodem een strik met 2 korte afhangende uiteinden. Bodem: entre-deux bestaande uit 2 aan elkaar genaaide broderie-kanten met rechte randen, genaaid tussen 2 stroken broderie-kant met geschulpte rand. De entre-deux is tussen twee stukjes neteldoek (aan beide zijden) genaaid. Het geheel wordt aan de onderkant begrensd door keperkatoen en neteldoek. De bodem is langs de voorkant verstevigd met sutiën. Door de zoom 2 katoenen veterbandjes. Luifke van neteldoek met 2 opnaadjes. Langs de zoom afgezet met een strook geschulpte broderiekant (als in entre-deux). Striklinten van neteldoek.

08768

1937

neteldoek, broderiekant, kant, keperkatoen, sutiën, laiton