Doopjurk van gebroken witte katoen met losse mouwtjes, mutsje, ondermutsje en doopsprei

Doopjurk van gebroken witte katoen met losse mouwtjes, mutsje en ondermutsje en doopsprei. Jurk: gemaakt van gebroken wit katoenen stof met ingeweven satijnstrepen. De stof is in brede banen verwerkt. Tussen de banen zijn stroken broderiekant gezet (kant met bloempatroon). Het lijfje is versierd met vertikale koppeltjes (smal in voorpand, breder in achterpand). Langs de halsopening een strook brede machinale kant. Tunneltje langs halsopening met doorgeschoven fantasiebandje. Wijde, aangerimpelde rok met 3 opnaden boven de zoom en een brede strook machinale kant (als boven) langs de zoom. Split middenachter tot diep in de rok. Sluiting met 2 parelmoeren knoopjes en 2 knoopsgaten, bovenaan met bandje. Losse mouwtjes van gebroken wit katoenen batist, langs de onderkant afgezet met een machinaal kantje. Langs boven- en onderkant een tunneltje met een doorgeschoven bandje. Jurk licht gesteven. Machinaal genaaid. Mutsje en ondermutsje: Mutsje samengesteld uit aan elkaar genaaide machinale kantjes (valencienne en laize-frou-frou met doorgeschoven band), cremekleurig. Langs de rand, rondom het gezicht, 3 geplooide strookjes tule met kant, waartussen lusjes van zijden satijnband. Over de aanzetnaad van de strookjes een gedraaid zijden bandje. Middenboven een rozet van tule met kant en zijden band. Middenachter op de bol een rozet van kant. Zijden striklinten. Met de hand genaaid. Ondermutsje van creme satinet met doorgeschoven bandjes langs voor- en onderkant. (Bandje langs voorkant identiek aan bandjes uit onderkant van de mouwtjes). Machinaal genaaid. Doopsprei: Creme doopsprei van machinale katoenen tule met machinaal geborduurde bloementakken. Omzoomd met een brede strook machinale kant en gevoerd met katoenen satijn. Met de hand genaaid.

14568

1900 - 1950

doopjurk, doopsprei, muts, ondermuts

katoen, zijde, parelmoer