Lijfje

Wit wollen tricot lijfje, zonder mouwen. Tricot, dubbelzijdig plat gebreid. Grote, bijna rechthoekige halsuitsnijding. Afgeronde armsgaten. Het voorpand bestaat uit 2 delen die gesloten worden met 9 kleine parelmoeren knoopjes en 9 knoopsgaten. De knoopsgaatjes zijn aangebracht op een aangezet beleg, samengesteld uit een katoenen band aan de binnenzijde waarop aan de buitenzijde een riblint genaaid is. Het beleg steekt naar onder toe wat uit en eindigt in een punt. In het uitstekende deel een knoopsgat. De knoopjes zijn gezet op een aangenaaid strookje dichtgebreid plattricot. Op taillehoogte een boord in 2r2av ribtricot. Door het ingebreide zoompje van de boord is een cremekleurig zijden veterbandje geschoven. Langs de halsuitsnijding en de armsgaten met de hand gehaakte witte open randjes, waardoor vetrbandjes (als boven) geregen zijn. Het bandje langs de hals wordt middenvoor geknoopt, de bandjes van de armsgaten bijna op schouderhoogte aan de voorkant het bandje in het tailleboord was mogelijk aan beide zijden van het beleg vastgenaaid

12480

1900 - 1925

wollen tricot, zijde, riblint