Speldenkussen

Vierkant speldenkussen. Bovenzijde van lichtblauwe tafzijde. In de bovenzijde zijn spelden gestoken. De spelden vormen de volgende tekens: Middenboven een kroon met 5 punten, in de 4 hoeken achtereenvolgens de cijfers "1, 7, 6, 7" (dus het jaartal 1767), in het midden de letters "I.B.C./I.W.A.". De onderzijde wordt gevormd door geborduurde cremekleurige zijden satijn. Het borduurwerk is in platsteektechniek, genaaide knoopjes en opgenaaid chenilledraad uitgevoerd. De kleuren variëren van licht- tot donkerrose, van licht- tot donkerblauw en daarnaast komen geel, groen en zilverdraad voor. In het midden is een vaas met bloemen afgebeeld met aan beide zijden een vogeltje op een tak met bessen. In de 4 hoeken zijn takken met bloemen geborduurd. De takken zijn diagonaalswijze omgekeerd identiek. Het kussen is omrand met goudband. Op de linkerboven- en rechteronderhoek een strikje van smal zijden ribsband met picotjes.

12791

1767

zijde, spelden, band